10 november 2008

In afwachting

Om acht uur was ik in het ziekenhuis voor de ct-scan. Het plaatje is gemaakt. Het woord is nu aan de radioloog om het beeld te interpreteren. Ik kan er nu niks meer aan doen. De komende dagen probeer ik zo onbevangen mogelijk door te komen. Gelukkig krijg ik deze week heel wat aanloop, dus dat leidt af. Donderdag horen we hoe verder. Als de kuur aanslaat krijg ik nog 3 kuren voor de kiezen. Dat is wel even slikken, maar het besef dat de kuur helpt maakt het mogelijk gemakkelijker te doorstaan.
Blijkbaar heb ik in een vorige blog de indruk gewekt dat de derde kuur lichter was dan eerdere kuren. Dat was helaas niet zo. Het toedienen van de cytostatica verliep soepel; de uitwerking was opnieuw niet mals. Elke opvolgende kuur trekt de accu nog wat eerder en wat verder leeg. En nu blijkt dat de toediening ook een ontstoken bloedvat in mijn arm heeft opgeleverd. De collaterale schade wordt meer zichtbaar.
Gisteren hebben we de verjaardagen van Esther en Jeanne gevierd met de familie. Dat betekent een huis vol gasten. En allemaal mee-eten. Dus veel boodschappen doen, uien snijden, bakken en braden. Van mijn jongste nichtje Josine hoorde ik dat het voetbalspel toch ingewikkelder is dan zij aanvankelijk dacht. Tot haar verrassing komt er meer bij kijken dan alleen tegen de bal trappen en er achteraan hollen. Of zij dat ook echt leuk zal gaan vinden is mij nog niet duidelijk. Anna kwam trots vertellen dat zij de voorleeswedstrijd op school had gewonnen. En dat nog zonder bril. De acht puberende neven en nichten tussen de 13 en 18 trokken met elkaar op, maar wat die onderling besproken hebben blijft voor mij geheim. Ik heb Aart en Herman in de geheimen van het didgeridoo-spelen ingewijd. Vooral het gegeven dat de techniek van circulair ademhalen als bijeffect heeft dat er niet of minder wordt gesnurkt in de slaap - Jeanne kan dat tot haar grote opluchting bevestigen - baarde opzien. Het was fijn om al mijn naaste familie zo om me heen te hebben, maar ook wel een beetje druk....
Ik heb vorige week zo waar ook weer een boek ter hand genomen en wel van Dimtri Verhulst, waarin hij in eigen bewoordingen de evolutie toelicht en becommentarieert. Soms zo plastisch dat ik ook de bijbehorende geuren en geluiden ervaar. Het is een lang epistel. Waarom hij dit geschreven heeft is me nog niet duidelijk, maar dat daagt misschien als ik het uit heb. Ik vrees dat ik toch een enkele recensie zal moeten raadplegen om achter de beweegredenen van de schrijver met dit boek te komen.

1 opmerking:

Roelof zei

Rayon Koog leeft mee en wacht vol spanning op de uitslag morgen.
Afgelopen zondag een onvervalste Russische road movie op tv: ‘Roads to Koktebel’ van Chlebnikov. Als je ergens de tijd mee wilt doden, is het wel zo’n traag voortslepende Russische film. Regelmatig lijkt de cameraman weg te suffen en staat het beeld 5 minuten stil, terwijl een klein mannetje door oneindige Russische vlakten van links naar rechts door het beeld sloft. Het verhaal draait om een vader die met zijn zoontje van Moskou op weg gaat naar Koktebel op de Krim. Geen geld, dus liften als echte zwervers. Onderweg overnachten ze in de meest afgeleefde houten hutten, waar steevast de vodkafles op tafel komt. Wanneer pa het heeft aangelegd met een verpleegster, besluit hij bij haar te overwinteren. Zoonlief bladert op de vochtige zolder in oude platenboeken. Bij de tekening van een witte albatros droomt hij weg. Zonder zijn machtige vleugels te bewegen, vliegt hij eindeloos over de wereldzeeën. Hij gaat alleen verder door sompige moerassen richting Zwarte Zee. De lucht is iedere dag grijs, de bossen het hele jaar bruin.
Koktebel is de stad waar Anna Achmatova in het Huis van de Russische Schrijvers prachtige gedichten schreef. Een van haar mooiste gedichten gaat over een schaal verse oesters op ijs. De hoge ramen van de kamer staan open naar de zee, terwijl een zachte bries de gordijnen aanraakt. Het zonlicht spat op het ijs. Het gedicht ben ik kwijt. Misschien weet Jeanne het te vinden?